KOPP-blog: S-talk

ALS JONGE TWINTIGER werkte ik jarenlang als vrijwilliger op een kinderboerderij. Een geweldige plek waar ik veel geleerd heb over geboorte, leven en dood. Bijvoorbeeld van de ooi die verliefd werd op de ram van het buurlandje en door de sloot waadde om zich door hem te laten bezwangeren. De schapenlandjes waren met slootjes afgegrensd om rasvermenging te voorkomen, maar liefde houdt zich nou eenmaal niet aan rassenleer.
De kippen en de eenden broedden dwars door elkaar heen in de geitenstal en het gebeurde nog wel eens dat er eieren door elkaar raakten. Een eendenkuiken dat denkt dat hij bij moeder kip hoort, is niet zo’n probleem. Maar andersom wel. Kuikens volgen hun moeder waar zij gaat, dat is een natuurkracht. Een kipkuiken dat op die manier verdwaald raakt tussen de eendjes, verzuipt eenvoudig als moeder te water gaat. Maar je moet hem opsluiten om dat te voorkomen, zo sterk is de drang.

Deze niet te negeren aantrekkingskracht, ook wel liefde genoemd, dient voor de overleving van de soort. Kuikens volgen hun moeder, al heeft dat soms fatale gevolgen, en verliefden gaan door roeien en ruiten om voor nageslacht te zorgen. Als er in dat eerste proces (de hechting met de moeder) iets verkeerd gaat, richt dat grote emotionele schade aan. Bij mensen eist die schade daarna maar al te vaak zijn tol in het tweede proces (de hechting met een liefdespartner).
Denk maar eens aan stalkers. Een stalker kan je het leven goed zuur maken. We kennen de verhalen van vrouwen die soms jarenlang gebukt gaan onder de ongewenste aandacht van een (meestal) ex-partner. Dat is het klassieke beeld, een man die zijn ex niet met rust kan laten, maar een stalker kan ook heel goed een vrouw zijn. KOPP’ers, die vaak niet stevig in zichzelf geworteld zijn, krijgen nogal eens te maken met dit fenomeen.
Ik ben ervaringsdeskundige. Niet alleen als slachtoffer, maar ook als dader. Ik ken de beide uitersten van de polariteit tussen ‘alle ruimte innemen’ en ‘alle ruimte weggeven’ in een partnerrelatie.

Op een dag ontdekte ik wat het was, dat een stalker beweegt. Want ineens bleek ik er zelf één te zijn. Ik ben er niet trots op, maar juist vanwege dat oordeel wil ik het graag belichten.
Gelukkig ging ik niet zo ver om iemand het leven zuur te maken. Ik was uitsluitend een stalker per e-mail. Maar ik heb heel goed gevoeld hoe verslavend het was om alleen en uitsluitend en voortdurend bezig te zijn met de persoon op wie ik mijn moeder projecteerde. Het daarmee ophouden was de moeilijkste en pijnlijkste taak van mijn traumaverwerking tot nu toe. Het verbaast mij niet dat dat veel mensen niet lukt, of dat de schaamte en het oordeel de verwerking blokkeren.

Je zou het misschien niet denken want hun gedrag is een stuk minder schattig, maar een stalker lijkt veel op een kuikentje. Mensenkuikens, dreumesen, kinderen tot een jaar of twee volgen hun moeder (of andere eerste hechtingspersoon) ongeacht waar die gaat. Op zijn minst met hun energie. Ze zijn bezeten van haar. Dat is een natuurkracht. Als je zo’n jong kind alleen laat of op een andere manier de verbinding ermee verbreekt, ervaart het doodsangst. En als dat iets te vaak gebeurt, zal er hechtingstrauma ontstaan. Dat betekent dat de ervaring van doodsangst bevroren achterblijft tot ver in de volwassenheid en op ieder met hechting beladen moment opnieuw opgeroepen kan worden. De ontwikkeling van zo’n bevroren deel is op die leeftijd blijven staan, dus de volwassene vertoont dan het eisende gedrag van een dreumes. Als kind was deze volwassene voor het leven afhankelijk van de aandacht van moeder. Het is volkomen gerechtvaardigd dat een dreumes wrokkig of verongelijkt of zelfs razend van woede is als het die (te vaak) niet krijgt. Een woedend kuikentje is niet erg intimiderend, maar dat wordt heel anders wanneer het een volwassen man of vrouw betreft. Als je als volwassene zulke eisende woede projecteert op je (ex)partner of op degene op wie je verliefd bent, word je dader.

De pijn en doodsangst waarmee ik geconfronteerd werd toen ik probeerde om met dat projecteren te stoppen, was die van het jonge kind dat ik ooit was met een moeder die – meestal – niet thuis was in haar ogen. Ronduit overweldigend. Het venijn zat hem er vooral in dat de reacties van de persoon die ik met mijn berichten bestookte niet eenduidig waren. Mijn vertwijfeling en doodsangst waren voelbaar. Je moet sterk in je schoenen staan om dan met overtuiging te zeggen: “Laat me met rust!” Ik voelde een ruimte die maakte dat ik bleef hopen en eisen en uitreiken, wat een poging was om de beweging af te maken die ik noodgedwongen bevroren had bij mijn moeder.

Ik moest stoppen met stalken. Omdat ik wist dat ik anders dader zou worden, ben ik toen dwars door de pijn heengegaan. Ik heb het jonge kind in mijzelf haar pijn laten uitschreeuwen terwijl ik daarbij liefdevol aanwezig bleef als volwassene. Alleen, want in die tijd vertrouwde ik helemaal niemand. Dat is nu een jaar of vijftien geleden.
Sindsdien ben ik in staat om mezelf werkelijk te dragen. Iets wat nodig is om een gelijkwaardige liefdesrelatie aan te gaan en trouwens ook om gezond kinderen groot te brengen.

Nu ik mensen met hechtingsproblematiek begeleid, bevind ik mij soms weer aan de andere kant. Ik ervaar hoe essentieel het is om eenduidig te zijn in mijn reacties en emoties. Grenzen geven is niet genoeg, ik moet ze echt vóelen. Voor mezelf staan en in mezelf aanwezig blijven met mijn energie in plaats van weg te glijden in empathie met de ander. Dat laatste is iets waarin veel KOPP’ers eindeloos getraind zijn, dus het kost tijd en moeite om dat te veranderen. Die verantwoordelijkheid hebben we, want het is niet de schuld van de veeleisende kuikens dat wij onze grenzen niet voelen. Zij voelen ze dan óók niet, en het deel in hen dat hun besturing heeft overgenomen, is preverbaal. Het heeft een energetische boodschap nodig.

Aan welke kant van de polariteit je ook staat, dader of slachtoffer, eiser of weggever, je hebt werk te doen met jezelf. Zolang je je focus legt op wat de ander verkeerd doet, graaf je je alleen maar dieper in in de ellende en worden vooral de kinderen de dupe. We weten allemaal dat gefrustreerde liefde kan omslaan in haat. Maar de zuivere reactie op verlies van liefde is verdriet. En als je daar écht durft te voelen, ontdek je dat dat maar zeer ten dele betrekking heeft op het hier en nu. De oerkracht die eronder zit, is van toen je nog een kuikentje was.

Aanbevolen literatuur: Liefdesbang van Hannah Cuppen of Verslaafd aan liefde van Jan Geurz.