KOPP-blog: Onbegrensd verantwoordelijk?

MIJN ZOON (22) was verbijsterd toen ik eens uit mijn mond liet vallen dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen emoties. “Echt niet! Als ik het uitmaak met mijn vriendin, heeft zij verdriet. Oorzaak en gevolg. Haar verdriet is mijn verantwoordelijkheid, dus mijn schuld.”

Tja. Als ik jou een schop geef, ben ik verantwoordelijk voor de pijn die jij daardoor lijdt.
Als ik jou een schop geef tegen het been dat al zeer deed, ben ik gedeeltelijk verantwoordelijk voor de pijn die jij daardoor lijdt. Je had immers al pijn. Behalve als ik je expres tegen het zere been schop natuurlijk; dan ligt er weer meer verantwoordelijkheid bij mij. Maar niet per se alle. Het hangt er ook vanaf waaróm ik jou schop. Als ik dat doe om me af te reageren of omdat ik boos ben, draag ik meer verantwoordelijkheid voor jouw pijn dan wanneer ik je een schop geef om je te waarschuwen voor een dreigend gevaar.
Dan is jouw eigen houding ook nog een onderdeel van het vraagstuk. Ben jij iemand die zich zomaar laat schoppen, of schop je terug, of duw je me weg en verbind je consequenties aan mijn grensoverschrijdende gedrag?
Je ziet, als het over fysieke pijn gaat tussen twee volwassen mensen, is het al complex. Laat staan als we het hebben over emotionele pijn. En over hoe we als kind de geschiedenis van en met onze ouders ook hebben meegenomen in ons pijnlichaam.

“Pijnlichaam”, dat is een woord van Eckhardt Tolle. Een mooi woord in dit verband, waarmee ik de overstap wil maken van lichaam naar emotie. De emotionele vorm van een schop tegen het zere been is een lompe aanraking van iemands pijnlichaam.
Wat is dat, het pijnlichaam? De gevoelige snaar. De rode knop. Daar waar de emotionele pijn zit. Het geheel van gevoeligheden dat ieder mens met zich meedraagt naar aanleiding van diens geschiedenis. Opgroeien als KOPP’er brengt een groot pijnlichaam met zich mee. KOPP’ers ervaren vaker heftiger emoties dan mensen die opgroeiden in een emotioneel stabiele omgeving. Dat komt doordat ouders met psychische problemen hun kinderen niet goed kunnen helpen met emotioneel reguleren, ze kunnen dat zelf namelijk ook niet. En dat betekent dat de kinderen vaker emotioneel overweldigd raken dan kinderen wier ouders hen wél helpen reguleren. Die overweldiging heet trauma, en dat draag je met je mee als je opgroeit. Je neemt het mee je volwassen leven in en het manifesteert zich als je pijnlichaam.

Dat grote pijnlichaam zorgt bij aanraking voor heftige emotionele reacties. Dat geldt voor jou, maar ook voor je ouder met psychische problemen. Je weet als KOPP’er vast precies wat de rode knop is voor jouw ouder. Je hebt van jongs af aan geleerd om daar rekening mee te houden, eromheen te sluipen op kousenvoeten of juist om het om uiteenlopende redenen flink uit te lokken. Wat je niet geleerd hebt, is om er neutraal (gezond) op te reageren. Het bij de ander te laten, en het kalm te begrenzen als het, bewust of onbewust, op jouw bord gegooid wordt (“het is jouw schuld dat ik me zo voel!”) Kalm maar stevig begrenzen wat over de grens gaat, is namelijk ook neutraal. En gezond.
Die rode knop is het pijnlichaam van de ander, waarvoor jij niet verantwoordelijk bent. JIJ hebt dat zere been niet veroorzaakt. Je mag er rekening mee houden, maar dat moet niet ten koste gaan van jezelf.
In een KOPP-gezin leren we meestal het omgekeerde. Het is niet altijd zo dat de ouder die verantwoordelijkheid met zoveel woorden bij het kind neerlegt, al gebeurt dat veel te vaak ook wel. Maar voor ieder kind is het van levensbelang dat de ouders overeind blijven. Wanneer – uit nood – het overeind houden van de ouder de missie van het kind wordt (parentificatie), leert het kind dat het verantwoordelijk is voor de emoties en het welzijn van de ouder. En op latere leeftijd dus: van de ander.

De realiteit van het leven met anderen is dat we verschillende belangen, behoeftes en gevoelens hebben. Wanneer die met elkaar botsten, veroorzaakt dat pijn. Zolang je jezelf bij zo’n botsing verloochent, zoals je dat geleerd hebt, neem je zelf al die pijn op je. Op korte termijn lijkt dat een goede oplossing, maar het is geen duurzame. Jezelf stelselmatig verloochenen leidt tot burn-out, dissociatie of fysieke klachten.
Als je trouw bent aan jezelf, komt de pijn van de botsing dus ook bij de ander terecht. Zoals je jezelf geleerd hebt om met pijn te dealen, mag je erop vertrouwen dat de ander dat ook kan. Het is in feite behoorlijk betuttelend om aan te nemen dat dat niet zo is. Het allerbelangrijkste is dit bij het opvoeden van kinderen. Je moet hen helpen reguleren zolang ze dat zelf nog niet kunnen, maar niet de pijn voor hen dragen.
Op het moment dat ieder de eigen pijn leert dragen, wordt de emotionele wereld een stuk overzichtelijker. We worden er allemaal krachtiger door, zodat we allemaal meer ruimte overhouden om te stralen.

Er voor anderen zijn mag heus. Maar niet ten koste van jezelf en ook niet als het niet echt nodig is. Als het moeilijk voor je is, en soms zelfs onverdraaglijk lijkt om een ander te zien lijden, vertelt dat iets over jouw vroegere realiteit. Over hoe je machteloos getuige was van het lijden van je ouder(s) en/of brussen, en daardoor emotioneel overweldigd werd. De oplossing van dat stukje pijnlichaam in jou is niet om in het hier en nu het lijden van de ander op te heffen. Behalve dat dat betuttelend is, en soms zelfs verstikkend, probeer je daarmee als het ware je eigen verleden ongedaan te maken. Wat uiteraard onmogelijk is.
Wanneer je het dragen van andermans pijn achterwege laat, ga je je eigen vroege pijn voelen. Dat is wél helpend. Het doorleven daarvan met de compassie die je daarvoor als volwassene kunt opbrengen, ruimt je oude zeer op. Je pijnlichaam wordt dan kleiner en dat is niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving fijn.

Zelf was ik twintig jaar geleden een curling-ouder die geen enkel lijden van mijn zoon verdroeg. Ik heb het bovenstaande door schade en schande geleerd, wil ik maar zeggen. Ook míjn kind was ervan overtuigd dat mijn emotionele welzijn zijn verantwoordelijkheid was. In die tijd was ik nog niet zo stabiel. Hij staat nu voor de taak om de pijn van zijn ouders los te laten en zijn eigen pijn te leren dragen. Net zoals ik dat heb moeten doen, en de meeste KOPP’ers die ik begeleid. Moet deze shit dan eeuwig doorgegeven blijven worden van generatie op generatie?

Dat denk ik niet. De omdraaiing van die verantwoordelijkheid is inmiddels een maatschappelijk probleem, veel groter dan alleen het probleem van individuele gezinnen. Jongeren en jongvolwassenen raken massaal burn-out, wat een logisch gevolg is van het dragen van andermans leed. Nú is de tijd waarin mensen op zoek gaan naar meer duurzame manieren om met hun emoties om te gaan. Ik ben optimistisch en ik draag met liefde mijn steentje bij aan een shift.