KOPP-blog: Muren

PAS KREEG EEN KLANT VAN MIJ in één van Nederlands meest gerenommeerde traumacentra te horen dat ze met zijn KOPP-trauma niet uit de voeten konden. Het is te complex en te diffuus. Op zijn vraag “en wat nu dan?” was dit het onthutsende antwoord: Ik zou er maar mee leren leven. Geen andere traumatherapieën gaan doen, daar worden je angsten alleen maar groter van. We verwijzen je terug naar het wijkteam. En daar kon hij het mee doen.
Ik ken mensen die, omdat ze die boodschap geloofden, een euthanasietraject startten. Maar dat terzijde.

Het blijkt moeilijk voor professionals om over de muren van hun eigen toko heen te kijken. We zijn zo gewend aan specialismen, alle kennis moet de diepte in. Natuurlijk is dat waardevol. En het heeft ook een keerzijde: hoe dieper en gedetailleerder je met je eigen methodiek bezig bent, hoe minder zicht je hebt op wat er nog meer te koop is in de wereld. Dus vraag een specialist niet naar alternatieven, daarin is hij nou juist NIET gespecialiseerd. Bij het bovengenoemde trauma-expertisecentrum denken ze écht dat zij de enigen zijn. Gelukkig is dat niet waar.

Laten we dus eens opstijgen en vanuit de helicopterview kijken naar het gehele werkveld van de ggz. Er staan een hoop muurtjes, maar de hoogste zien we tussen regulier en ‘alternatief’. Aan de reguliere kant is het aanbod erg verschraald. Het systeem wordt niet meer geleid door de vraag, maar door financiële en prestigieuze belangen. Het is ernstig overbelast geraakt, men is ten onder gegaan aan zijn eigen monopolie. Er is een hoop stress, want zo leuk is het niet als je werk, waar je hart en ziel in wilt steken, vervuild is door allerlei belangen. Die stress maakt de muurtjes alleen maar hoger. Tussen psychiaters, psychologen, psychotherapeuten en de organisaties waarin zij werkzaam zijn, gespecialiseerde traumacentra of enkel-simpele-protocolletjes-afdraaiende aanbieders. En toch hebben ze allemaal hetzelfde doel: het genezen van mensen die psychisch lijden.
Vooral de muur tussen regulier (cognitief, ‘evidence-based’, vergoed door de verzekeraar) en ‘alternatief’ (niet wetenschappelijk onderzocht, veel breder dan alleen cognitief, niet of slechts gedeeltelijk door aanvullende verzekeringen gedekt) is gegroeid tot bijna onoverbrugbare hoogte.
Gelukkig is er een beweging zichtbaar. De paradigmaverschuiving die nodig is in het reguliere werkveld (een radicaal andere kijk op psychisch lijden dan nu gangbaar is) komt van binnenuit op gang. Jim van Osch, Bram Bakker, Anne Marsman... allemaal mensen die zeer verdienstelijk aan de weg timmeren. Zij kiezen niet voor verdergaande polarisatie, maar durven over de muren heen te kijken of ze zelfs af te breken.

Aan de ‘alternatieve’ kant, waar ik ook toe behoor, is een rijke schakering aan werkvormen beschikbaar. Logisch, want daar zijn we niet zo gebonden aan regels en voorschriften. We kunnen onze energie en kwaliteiten inzetten om mensen te begeleiden in plaats van door honderd hoepeltjes te moeten springen, gekleed in een keurslijf van protocollen.
Ik zie al die verschillende werkvormen buiten het reguliere als velden die elkaar gedeeltelijk overlappen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel, namelijk zorgen dat de hulpvrager zich ontdoet van oude shit om vrijelijk en onbelast in het hier en nu te kunnen leven. Elke methodiek houdt zich daar op een andere manier mee bezig.
Ook hier staan onnodige, hinderlijke muurtjes tussen de elkaar overlappende velden. Maar omdat er aan deze kant van het ggz-spectrum minder stress is, zijn ook de muurtjes minder hoog. Vooral de in de afgelopen pakweg tien jaar ontstane coachingcultuur hoeft niet zozeer alleen maar de diepte in. Dat heeft grote voordelen, we kunnen de overlap gebruiken als ankerpunten en ons in de breedte ontwikkelen. Dat betekent van elkaar leren en dwarsverbanden leggen. De vrije beschikbaarheid van informatie die het internet biedt, helpt daar aanzienlijk bij.

Traumawerk is dus ruimschoots beschikbaar, juist aan de niet-reguliere kant, waar psychisch lijden van oudsher veel meer wordt gezien als gevolg van vastzittend oud zeer. Het komt de laatste jaren in een stroomversnelling, want trauma is stelselmatig onderbelicht geweest in het paradigma van ‘psychische stoornissen als ziekte’.

Ik ben gek op dwarsverbanden. Dus hierbij mijn favorieten, essentieel voor traumawerk. Hopelijk lezen Nederlands meest gerenommeerde traumacentra mee.

Eén: trauma zit niet in het hoofd, maar in het lijf. Bessel van der Kolk, Peter Levine, Janina Fisher, de polyvagaal theorie van Stephen Porges, lichaamswerk, TRE. Hier kan geen enkel weldenkend mens inmiddels meer omheen.

Twee: de meervoudige persoonlijkheid als uitgangspunt. Waar de reguliere traumahulpverlening uitgaat van de gezonde mens als enkelvoudige persoonlijkheid, zien we in het alternatieve palet een heel ander normaal. De Voice Dialogue, de Gestalt, het innerlijk kindwerk, de interactieve zelfresonantie (IZR van Franz Ruppert), de internal family systems (IFS van Richard Schwartz) – ze gaan allemaal uit van een meervoudige persoonlijkheid. Het is heel normaal om verschillende delen in jezelf te ervaren.
Als je dat als uitgangspunt neemt, komt het delenwerk in het vizier. Bijzonder effectief voor het begrijpen van en werken met trauma.

Drie: het systemische perspectief. Juist KOPP’ers ondervinden dit aan den lijve; psychisch lijden is niet het probleem van een individu, maar van de hele gemeenschap. Systemisch werk, familieopstellingen, psychodrama, collectief traumawerk, allerlei werkvormen richten zich op de externe systemen. Gezinnen, organisaties, gemeenschappen, volkeren.

Vier, voor mij de belangrijkste in het individuele traumawerk, is het dwarsverband tussen twee en drie. Interne systemen. We hebben niet alleen allemaal meerdere persoonlijkheidsdelen. Die delen vormen ook nog eens een zichzelf (al dan niet op een constructieve manier) uitbalancerend systeem. Ze gedragen zich volgens de wetten die in het systemische gedachtengoed zijn uitgewerkt. Ze nemen taken op zich die door o.a. Franz Ruppert en Richard Schwartz zijn uitgewerkt: het dragen van trauma, het afschermen van trauma met overlevingsgedrag en het streven naar heling.

Er is zoveel kennis die onbenut blijft als we in hokjes blijven denken. Inmiddels kost dat letterlijk levens.
Mijn klant, degene die terugverwezen werd naar het wijkteam, is volop bezig met en gemotiveerd voor intern delenwerk. Zelf doe ik dat al bijna dertig jaar in één of andere vorm, dus ik ken het delenwerk vanuit de cognitie, vanuit het lichaam, vanuit de emotie en vanuit de energie. Ik zou een ander mens geweest zijn zonder, of wellicht helemaal niet meer.
En mijn klant, die ziet voor het eerst perspectief.