KOPP-blog: Helicopterview

WIE DOOR EEN ROZE BRIL KIJKT, ziet een roze wereld. Als jij daarnaast staat met een grijze bril op je neus, denk je dat je naar precies dezelfde wereld kijkt. Toch is het een heel andere ervaring.
Met al die verschillende brillen op raken mensen elkaar soms behoorlijk kwijt. Zoals nu in coronatijd. De één ziet een muur van gevaar op zich afkomen en ervaart de overheid daarbij als de aanvoerder. De ander ziet een wolk van gevaar maar ervaart de overheid als reddende engel. De volgende ziet helemaal geen gevaar en de vierde – ik zelf – ervaart de mensen om zich heen ineens als beangstigend.

Waarom ervaar ik de mensen ineens als beangstigend? De anderhalve meter doet een beroep op een heel oud gevoel van mij. Mensen zijn gevaarlijk, die doen je pijn. Je moet onzichtbaar zijn en vooral niet te dichtbij komen. Dit is werkelijk een heel oud gevoel, ik heb het al zo lang niet gehad dat het even duurde voor ik het herkende. De bril waar ik als kind door keek. Het was in de context van toen een logische conclusie. Gelukkig heb ik in de loop der jaren ruimte gegeven aan mijn vertrouwen in de mensen zodat het kon groeien. Toch, in tijden waarin stress en angst in de lucht hangen, staat die bril ineens weer op mijn neus. Zonder dat ik daar erg in heb.

Zo gaat het met ons allemaal. We kijken per definitie door een persoonlijk filter. We hebben er meer dan één, dus het is niet altijd hetzelfde filter – we kunnen veranderen, leren, ons ontwikkelen.
Dat we een bril ophebben, hebben we meestal niet in de gaten. Voor de één is het glas halfleeg, voor de ander halfvol. Hetzelfde glas. De één vindt de overheid veel te laks, de ander veel te streng. Dezelfde overheid. De één ziet problemen, de ander uitdagingen. Dezelfde situatie.
Wat we ook zien gebeuren is dat mensen met soortgelijke brillen elkaar vinden. Ze nemen zitting in de regering of ze vormen een actiegroep. Ze worden lid van het gilde der wetenschappers of van het gilde der praktijkwerkers. Mensen die elkaar begrijpen en het in grote lijnen met elkaar eens zijn, zoeken elkaar op. Dat maakt de communicatie gemakkelijker en prettiger.
Die groepen groeien en ontwikkelen zich en vormen een eigen gedachtengoed en taal. Een VVD’er spreekt anders dan een PvdA’er en heeft ook een ander wereldbeeld. Ze storen zich soms aan elkaars taal en over hun wereldbeeld kunnen ze het hartgrondig oneens zijn. Hetzelfde geldt voor een wetenschapper en een praktijkwerker. De wetenschapper is in de ogen van de praktijkwerker wereldvreemd en de praktijkwerker is in de ogen van de wetenschapper ondeskundig.

Nu ga ik inzoomen op mijn onderwerp: geestelijk/ mentaal/ emotioneel welzijn. Allerlei mensen, iedere groep met een eigen invalshoek, houden zich bezig met dit onderwerp. Maatschappelijk werkers, onderwijzers, verpleegkundigen. Kunstenaars en gevangenbewaarders. Psychiaters en helderzienden.
Ik laat jou als lezer meekijken door mijn bril.

Op de denkbeeldige lijn van psychiaters naar helderzienden treffen we onder andere psychotherapeuten, psychologen, sociotherapeuten, energetische therapeuten, heldervoelende therapeuten, paragnosten, healers.
Over het algemeen zijn dit allemaal mensen die behandelen. Het lijdend voorwerp van de behandeling is de patiënt of cliënt, die zich min of meer passief overgeeft aan de behandeling. Al deze vakgebieden hebben hun eigen opleidingen.
Bril: wij hebben iets dat de cliënt niet heeft, dat bieden wij opdat de cliënt zich beter voelt.
Dit is een visie die er impliciet van uitgaat dat de cliënt zelf weinig tot geen mogelijkheden heeft tot groei. Soms is dat inderdaad zo. Heel vaak ook niet.

Daarnaast zijn er scholingen. De cliënt is daar geen lijdend voorwerp maar onderwerp van zelfonderzoek, en heet dan student. De denkbeeldige lijn zou dan kunnen bestaan uit: cognitieve vormen van therapie, begeleiding door coaches, ervaringsdeskundigen, herstelacademies, opleiders in persoonlijke ontwikkeling, scholen in intuïtieve ontwikkeling.
Bril: wij hebben iets dat de student zich kan eigen maken, wij begeleiden die ontwikkeling opdat de student leert zijn eigen welzijn te bevorderen.

In deze visies is er ruimte voor groei. Wie ‘psychische problemen heeft’, ‘aan het leven lijdt’ of ‘aan persoonlijke ontwikkeling doet’ kan hier leren om een andere bril te ontwikkelen.

Het punt dat ik met dit verhaal wil maken, is dat ‘psychische problematiek’ over dezelfde materie gaat als ‘persoonlijke ontwikkeling’. Waarbij ‘psychische problematiek’ het halflege glas is. Deze formulering gaat uit van problemen. De formulering ‘persoonlijke ontwikkeling’ is het halfvolle glas. Deze impliceert al beweging en groei.
Helaas staan deze twee werelden steeds meer tegenover elkaar. We hebben aan de ene kant de ggz. In de overkoepelende visies waarmee de mensen op de werkvloer moeten werken, overheerst het halflege glas. Aan de andere kant vinden we de alternatieven met het halfvolle glas. De klassieke alternatieven die door veel mensen gewantrouwd worden. En de nieuwe alternatieven, de coaches, ervaringswerkers en herstelacademies.

Natuurlijk, alle mensen ZIJN anders. Toch verschillen we minder van elkaar dan we denken. We kunnen veel van deze verschillen overbruggen door een andere bril op te zetten. Deze vaardigheid scheelt een hoop frustratie en woede.