Artikel: Hechtingstrauma en polarisatie, een vicieuze cirkel

HECHTING GAAT OVER de afstemming van afstand en nabijheid tussen ouder en kind. Niet te ver weg, de ouder moet beschikbaar zijn. Die vinden we meestal vanzelfsprekend. Maar te dichtbij is net zo schadelijk. Fysieke of energetische verstikking – een gevolg van hechtingstrauma, maar dan bij de ouder – komt heel veel voor en heeft grote gevolgen. Hechtingstrauma (te veel of te weinig afstand) leidt tot onevenwichtige ontwikkeling van de polen verbinding en autonomie. Het resultaat daarvan zien we overal om ons heen: polarisatie.

 

Trauma en polariteiten
In mijn vorige LinkedIn-artikel legde ik iets uit over polariteiten. Hard versus soft, ratio versus emotie, verbinding versus autonomie. Hoe het een belangrijke ontwikkelingstaak is van kinderen om deze twee polen in zichzelf in evenwicht te leren brengen. Zodat ze, eenmaal volwassen, niet hoeven polariseren. En, zelfs als de stress toeslaat, in staat blijven om een dialoog te voeren. Trauma in de hechting bemoeilijkt het volbrengen van deze ontwikkelingstaak ernstig.

Het politieke en maatschappelijke debat is gepolariseerd. Je kan concluderen dat veel mensen kennelijk niet geleerd hebben om polariteiten in evenwicht te brengen. Om dat te leren zijn emotionele veiligheid en ruimte én goede voorbeelden nodig. Het lijkt erop dat het aan dat klimaat op grote schaal heeft ontbroken. Als we kijken door een traumabewuste bril is dat goed te verklaren.
Trauma maakt dat we gevaren van lang geleden ervaren als actueel. En dat we, hier en nu, op echo’s daarvan reageren met stress en lading.
Als ouders, docenten en andere mensen uit de sociale omgeving zich uiten met niet-in-het-hier-en-nu passende stress en lading, heeft dat tot gevolg dat kinderen niet leren om af te stemmen tussen de polariteiten, in zichzelf en samen met de ander. Integendeel, vaak moeten ze één van de twee polen overontwikkelen ten koste van de andere.

De eerste polariteit: verbinding versus autonomie
Een goede hechting is essentieel om emotioneel gezond te functioneren als mens. Ieder kind heeft twee emotionele basisbehoeftes waarop ouders moeten afstemmen: de behoefte aan verbinding en de behoefte aan autonomie. Maar niet alleen de ouders hebben een rol; hechting ontstaat in de interactie. Kinderen beginnen vanaf dag één met het ontwikkelen van vaardigheden om bevrediging van deze behoeftes veilig te stellen voor de rest van het leven. De wortels van onze emotionele vaardigheden ontstaan in de eerste relatie we hebben, die met onze ouder of verzorger.

  • Je richten op verbinding betekent dat je je gewaar bent van de ander, dat je je antennes op de omgeving richt en je eraan aanpast, imiteert, ervan leert, je emotioneel verbindt met buiten. Met de ander. Extern. Het is van levensbelang om dat te kunnen.
  • De andere basisbehoefte is autonomie. Het ontwikkelen van een eigen wil doordat je jezelf mag zijn, je eigen impulsen mag voelen en volgen, uiting mag geven aan wat dat van binnenuit komt en je verbindt met jezelf. Intern. Ook dat is van levensbelang.

Als ouders in zichzelf deze behoeftes in evenwicht hebben gebracht, zullen ze goed kunnen afstemmen en zo een evenwichtige ontwikkeling bij hun kind stimuleren.

De polariteit verbinding versus autonomie staat in opvoedingsstijlen direct in verband met de polariteit hard versus soft. (Ik gebruik expres ongenuanceerde woorden om de uitersten aan te duiden; de gezonde stijlen bevinden zich in het midden.) Vaak valt hard dan samen met ratio en soft met emotie. Als ouders vastzitten in één van de polen hard of soft, is dat een gevolg van een eenzijdige focus op autonomie of verbinding in hun eigen ontwikkeling. En het heeft dus diezelfde disbalans bij hun kinderen tot gevolg. Onder andere op deze manier wordt trauma doorgegeven van generatie op generatie.

 

De behoefte die onder druk is komen te staan, krijgt een eenzijdige focus. Het kind wordt buitengewoon vaardig in het zoeken naar de kruimels. Daardoor kan het de vaardigheid met de andere, even belangrijke, behoefte niet of onvoldoende ontwikkelen.

 

Hard leidt tot soft
Als je te maken hebt gehad met een harde ouder, werd voor de baby die jij was de behoefte aan verbinding geschaad. De ouder was emotioneel te veel op afstand. Als overlevingsstrategie moest je je geheel gaan richten op de verbinding met je ouder om daarvan toch nog de kruimels te krijgen. Dat ging ten koste van de ontwikkeling van je autonomie, die je daardoor (deels) hebt moeten opgeven. Als je op deze manier extern gefocust bent, maakt je dat als volwassene hyperbewust van de emotionele staat van de ander. Je hebt dan geleerd om je zo te gedragen dat de ander in evenwicht blijft, terwijl je je eigen lichaam niet bewoont. Je bent je daarvan niet bewust, want zo is het al je hele leven. Je zult een emotioneel wakkere persoon zijn die de eigen kinderen (en ook vaak de rest van de wereld, met name ouders en leidinggevenden) beschermt tegen emotionele schommelingen en frustraties. Je hebt immers geleerd dat het van levensbelang is om de ander in evenwicht te houden. Letterlijk van levensbelang ja, want toen je een klein, afhankelijk en hulpeloos kind was, had je werkelijk de keuze niet om je autonomie voorrang te geven. Dat was toen onveilig, je ervaarde een grote angst om dat te doen en die angst is nog steeds in je aanwezig. Je richten op verbinding is je eerste overlevingsstrategie gebleven.

In toenemend extreme vorm
Je wordt dan als volwassene iemand die anderen ‘soft’ zullen noemen. Je hebt een grote angst voor en afkeer van ‘hard’. Je kent je eigen grenzen niet, want je bent niet verbonden met jezelf en jouw eigen lichaam. Je geeft dus ook geen grenzen, hoe zou je dat moeten doen als je ze niet voelt? Maar geen grenzen geven betekent ook geen verantwoordelijkheid nemen. Daarmee stoot je anderen voor het hoofd, wat je enorm veel stress bezorgt, want dan krijg je opnieuw te maken met de pool ‘hard’. Hoe meer stress, hoe meer je je zult richten op de verbinding, want dat is jouw overlevingsstrategie. In extreme gevallen ga je zo ver in je behoefte aan verbinding dat je je medemens te wille bent in hun meest absurde wensen. Waarmee je nóg meer te maken krijgt met harde grenzen van tegenstanders. En zo kom je, als je er niets aan doet tenminste, in een neerwaartse spiraal terecht van almaar groeiende stress.

Soft leidt tot hard
Als je te maken hebt gehad met een softe ouder, ligt het verhaal andersom. Een softe ouder is met diens met trauma beladen aandacht overdadig in jou aanwezig. Een volwassene die emotioneel te dichtbij is, is verstikkend en grensoverschrijdend. Dat ging ten koste van jouw basisbehoefte aan autonomie, en de overlevingsreactie van een baby daarop is: sluiten. Dat betekent het (deels) opgeven van je basisbehoefte aan verbinding om het contact met jezelf (autonomie) te kunnen behouden.
Je bent dan als volwassene hyperbewust van en alert op grensoverschrijdingen, gevoelig voor overprikkeling, zeer aanwezig in je eigen lichaam. Je hebt geleerd om de emotionele luiken te sluiten zodat de ander buiten blijft. Daar ben je je niet van bewust, het is immers altijd zo geweest. Je zult iemand zijn die goed de grenzen bewaakt, duidelijk is in wat je wel en niet wilt, en die eventuele kinderen (en de rest van de wereld, vooral ouders en leidinggevenden) emotioneel buiten houdt. Je hebt immers geleerd dat dat van levensbelang was, je had niet de keuze om je in je eerste relatie – die met je ouder – open te stellen, want dan bleef er niets over van jouw autonome zelf.

In toenemend extreme vorm
Als volwassene ben je afwerend en hard geworden. Je hebt een grote angst voor en afkeer van soft. Je neemt verantwoordelijkheden, maar je bent niet empathisch en je legt jezelf en anderen eisen op die niet altijd passend zijn. Jouw gesloten luiken staan de verbinding in de weg. Je komt daardoor in botsing met mensen voor wie het onveilig is dat ze je niet kunnen voelen, die dan extra moeite zullen doen om binnen te komen. Wat jou nog meer stress geeft.
Als het nodig is, ben je verbaal agressief om mensen op een afstand te houden. In extreme gevallen ga je zo ver dat je geweld gebruikt om je omgeving te laten doen wat jij wilt, zodat jij geen ongewenste prikkels ervaart. Je omgeving zal in reactie hyperalert worden op al jouw bewegingen, en zo roep je precies datgene op waarvan het van levensbelang was om het uit de weg te gaan. Mensen die met hun aandacht en energie jouw grenzen overschrijden. Als je hier niets aan doet, zal de stress alleen maar oplopen.

Disclaimer
In het bovenstaande schets ik de extremen. De verdeling tussen de twee polen kan 95% versus 5% zijn, maar is vaker minder extreem, bijvoorbeeld 80/20 of 60/40. De verdeling is ook tot op zekere hoogte afhankelijk van het moment. Als er stress is, zul je eerder in een beproefde overlevingsstrategie schieten dan wanneer je ontspannen bent.
Nog een belangrijke opmerking, mensen zijn complexe wezens. Het kan dus heel goed zijn dat je beide strategieën combineert. Dat je in sommige situaties, of in het gezelschap van sommige mensen, meer van het één inzet en in andere situaties en met andere mensen meer van het ander. Onbewust uiteraard, totdat je je ervan bewust wordt.

Zonder oordeel
Mijn allerbelangrijkste boodschap met dit betoog is dat er geen oordeel is. Het is simpel een kwestie van oorzaak en gevolg. Ik benoem ouders als veroorzaker van het trauma van kinderen, maar dat is een kwestie van doorgeven, van kip en ei. We zijn allemaal geworden wie we zijn door datgene te ontwikkelen dat ons hielp overleven. Het op deze grote schaal doorgeven van trauma is een systemisch fenomeen, iets dat het individuele niveau ver overstijgt. Trauma in de hechting verspreidt zich als een olievlek.
Een ‘harde’ of ‘softe’ ouder zijn, of docent, of leidinggevende, lijkt inmiddels een kwestie van cultuur. Op politiek niveau is dit goed herkenbaar: politiek uiterst links is soft en gericht op verbinding (inclusie), politiek uiterst rechts is hard en gericht op autonomie (uitsluiting). Er is nog maar weinig repertoire in het midden. We denken misschien dat dit een normaal politiek krachtenveld is, maar wij duiden die extremen als een gevolg van trauma in de hechting. Het is de uitdaging om ze alsnog met elkaar in evenwicht te brengen. En bij iedere poging daartoe komen we onmiddellijk onze eigen overlevingsstrategie tegen.

 

Cultuur? Normaal politiek krachtenveld? Nee, polarisatie is het gevolg van trauma.

 

En ik zeg het nog maar een keer: dat is goed nieuws, want daar kunnen we iets aan doen. Als we allemaal beginnen met ons eigen, persoonlijke hechtingstrauma te integreren, bewegen we in de richting van evenwicht. Dat zou een immense positieve impuls betekenen voor de emotionele volksgezondheid, het maatschappelijke en het politieke klimaat.