KOPP-blog: Fropskottel

KEN JE DE GVR? De Grote Vriendelijke Reus, uit het gelijknamige boek van Roald Dahl, is gek op fropskottel. De cola uit de reuzenwereld waarvan de belletjes omlaag zakken in plaats van, zoals in onze wereld, naar de oppervlakte stijgen. Als je flink wat inneemt van dat heerlijke brouwsel, ga je natuurlijk niet boeren. Dat zou trouwens ook erg onfatsoenlijk zijn in de reuzenwereld, daar mag je niet eens over praten. Gelukkig, zegt de GVR, komen de belletjes van fropskottel er aan de andere kant uit en dat leidt tot luidruchtige tekenen van geluk, flitspoppers genaamd. Sofie, afkomstig uit de gewone mensenwereld, heeft daarover thuis toch iets heel anders meegekregen. Dat vindt ze nogal verwarrend. Want wat is nou waar?

Als je je hele leven hebt meegekregen dat scheten laten onfatsoenlijk is maar dat boeren er wel mee door kunnen, en misschien zelfs wel grappig zijn, dan kan je niet zomaar ombekommerd je flitspoppers laten vliegen, zelfs niet na het drinken van fropskottel. Je lichaam houdt dat actief tegen. Er zit dan een kramp op het laten van scheten.

Fatsoenlijk of onfatsoenlijk, gewenst of ongewenst, wat de buitenwereld ooit vond van onze gedragingen zit diep ingeweven in onze persoonlijkheidsstructuur en zelfs in ons lichaam. Schaamte is een zeer sterke emotie. Een klein kind dat afgekeurd wordt, ontwikkelt schaamte als overlevingsmechanisme. Door de grond willen zakken, je onzichtbaar maken, dat is je beweging bij afkeuring door degene(n) van wie je voor je leven afhankelijk bent. Die schaamte en zelfafkeuring nestelt zich in de structuur van het kind en wordt diens waarheid.

Sofie had haar ouders helemaal niet nodig om alsnog hun afkeuring en de gêne te voelen toen haar flitspoppers zich aandienden. De overtuiging dat scheten laten onfatsoenlijk is, had zij al geïnternaliseerd. Met andere woorden, dat wat je in je eerste levensjaren meekrijgt, blijft je blauwdruk waarop je je kompas hebt afgesteld. Ook als je ouders er niet bij zijn, of niet meer bestaan.
Maar Sofie ziet ook de GVR joelend door de lucht schieten als vuurwerk, en wie wil dat nou niet?

Zij raapt haar moed bij elkaar, drinkt de fropskottel en transformeert haar schaamtevolle angst voor flitspoppers met behulp van de GVR, die haar laat zien hoeveel lol je ervan hebt als je ze gewoon de ruimte geeft. Zo wordt het verlangen groter dan de angst en even later schiet ook Sofie door de lucht, gelanceerd door een vrolijke flitspopper.
Ze verzet haar kompas. Farting is fun!

Als ze in de reuzenwereld zou blijven en zich daar onveilig zou voelen, zou ze zich wederom moeten aanpassen en boeren op haar beurt onbehoorlijk gaan vinden. Maar als Sofie vrij is, bepaalt ze op een dag zélf de richting van haar kompas. Niet zoals Jantje of Pietje, maar zoals bij háár past. Want wie zegt dat je het kompas van een ander moet volgen? Zolang je afhankelijk of onveilig bent, ja. Maar daarna niet meer!

Dus dat staat je te doen als je volwassen bent: je kompas aan jezelf ijken. Oude angst en schaamte zitten sterk verankerd in je zijn. Dus nee, gemakkelijk is het niet. Er komt bovendien rouw bovendrijven als je je oude overtuigingen loslaat. En toch: erachter ligt een aantrekkelijke vrijheid en het verlangen daarnaar is besmettelijk. Wie wil er nou niet flitspoppen?